Maximale gemiddelde loonkostenstijging van 1,1%
Als bedrijf kun je de lonen de komende twee jaar met maximaal 1,1% optrekken. Indexeringen en baremieke verhogingen zijn steeds gegarandeerd, zelfs indien ze de maximale marge overschrijden.
Vooraleer je extra loonsverhogingen toekent, wacht je het best nog even sectorale afspraken af. Sectoren gaan binnenkort aan de slag om de marge van 1,1% concreet te maken. Een sector hoeft de volledige marge trouwens niet te benutten, aangezien het gaat om een maximum. Wanneer de sector onder de 1,1% loonkostenstijging blijft, is er nog ruimte op bedrijfsniveau. Hier geldt dezelfde opmerking: de marge hoeft niet (volledig) benut te worden.
De vorm van de eventuele loonsverhoging is volledig vrij te bepalen door de sector en als er nog speelruimte is in tweede instantie door jou als werkgever. Een verhoging van het brutoloon, een nieuw of hoger ander loonvoordeel, één of meerdere extra verlofdagen…
Soepelere instapregels voor SWT
De sociale partners verlengen ook de verschillende stelsels van werkloosheid met bedrijfstoeslag (SWT) – de vroegere brugpensioenen. Ze verhogen daarbij de leeftijdsvoorwaarden, maar stapsgewijs.
Voorbeelden zijn werknemers met een lange loopbaan, een zwaar beroep en bouwvakkers. Ook bij herstructureringen verhoogt de minimumleeftijd op termijn. Daarnaast kunnen werknemers nog in bepaalde gevallen aanspraak maken op landingsbanen op 55 of 57 jaar.
Resterende maatregelen
Daarnaast zullen ook de volgende beslissingen zo goed als zeker daadwerkelijk ingevoerd worden:
- Hogere tussenkomst van de werkgever voor woon-werkverplaatsingen met de trein. Die stijgt van 64 naar 70%.
- Werknemers mogen meer vrijwillige overuren presteren. Het maximumaantal klimt van 100 naar 120 uren per jaar.
- Niet alleen de lonen stijgen, ook de uitkeringen en pensioenen worden in de toekomst opgetrokken.